SIMON D’ANCONA

Jacob D’Ancona (Amsterdam) leefde tussen 1836 en 1917. Hij trouwde met Alida Overste (1836  – 1927). Zij kregen zeven kinderen. Hun zesde kind was Mordechai D’Ancona (Amsterdam, 15.12.1875 – Auschwitz, 10.9.1942). Mordechai trouwde op 7 september 1905 met Lea Overste (Amsterdam, 14.12.1876 – Auschwitz, 10.9.1942). De ouders van Lea waren Simon Overste (geboren in 1843) en Elisabeth Simons (geboren in 1848). Lea had waarschijnlijk een oudere broer, Samuel (geboren op 5.9.1871). Mordechai en Lea woonden in het Morpurgo-pension aan het Jonas Daniël Meijerplein 18 II te Amsterdam.

Mordechai en Lea kregen twee kinderen. Alida D’Ancona (vernoemd naar Lea’s oma) werd geboren op 15 juli 1906. Haar jongere broer Simon D’Ancona werd geboren op 11 december 1907

Aankondiging 60e verjaardagsviering van Mordechai D’Ancona
Bron: Nederlands Israëlitisch Weekblad, december 1935

Alida trouwde op 24 oktober 1934 in Amsterdam met Herman Morpurgo, een zoon van het echtpaar dat het Morpurgo-pension beheerde op het Jonas Daniël Meijerplein in Amsterdam. Hun zoon Freddy werd geboren op 14 augustus 1935. Helaas kwamen zij allen om in de oorlog. Alida en Freddy in Auschwitz op 10 september 1942 en Herman stierf in Mauthausen op 3 september 1941. Hij was één van de eerste joodse mannen die opgepakt waren in Amsterdam om mee te werken aan een voor de Nazi’s belangrijk experiment: hoe lang kon een mens blijven leven nadat hij in de koude Noordzee gelaten was. Dit diende om te weten te komen hoe lang men moest zoeken naar Duitse piloten die in zee terecht konden komen.

Simon trouwde in de 30-er jaren met Selina Blog (geboren in Amsterdam op 6 oktober 1908, sterfdatum- en plaats onbekend). De ouders van Selina waren Marcus Blog (Parijs, 12.8.1869 – Sobibor, 26.3.1943) en Mintje Roos.

Marcus Blog op een marktkaart Bron: Beeldbank Joods Historisch Museum, Amsterdam

Selina was verpleegster van beroep en werkte in het Centraal Israëlitisch Ziekenhuis in Amsterdam.

Selina D’Ancona-Blog Bron: Beeldbank Joods Historisch Museum, Amsterdam

In 1934 werd het enigst kind van Simon en Selina geboren: Martin D’Ancona. Na enkele jaren scheidden Simon en Selina. Er bestonden enorme spanningen tussen beiden en Selina, aan wie Martin toegewezen was, heeft vader Simon een verbod opgelegd om zijn zoon te zien. Simon zag zijn zoon soms op een afstand, maar mocht niet met hem in contact zijn, hetgeen hem (en waarschijnlijk ook Martin) veel verdriet heeft gedaan.

Martin D’Ancona Bron: Mels Sluyser (neef van Martin)

Martin was in de oorlog ondergedoken in Westergeest. In de Foetrumer krant nummer 1209 uit 2008, kan men over hem lezen op pagina’s 26 – 29:  Joop Schotanus (19.2.1932 – 14.8.2011), destijds klasgenoot van Martin, haalt herinneringen op.

Foto van Joop Schotanus uit 1945

Martin’s onderduiknaam was Jopie Veringa. Martin heeft Joop in de onderduiktijd verteld dat hij eigenlijk niet Martin Blog heet, maar Martin D’Ancona. Hij vertelde ook dat zijn moeder, Selina Blog, een jarenlange relatie had met de bekende bokser Max Lindenberg (overleden 29.3.1954). Max pakte zijn stiefzoon vrij streng aan en zette de jongen onder druk. Martin overleefde de oorlog, maar verongelukte in 1949. Joop suggereert dat het door de druk van Max was dat Martin zich op een dag vreselijk haaste om niet te laat thuis te komen; hij had een tram niet zien aankomen en geraakte onder de tram, hetgeen hij niet overleefd heeft. Na het overlijden van Max in 1954 had Selina een relatie met Maximillian Einhorn. Wanneer zij overleden is, is ons niet bekend.

Simon werkte als gastheer op grote schepen die door de wereld reisden met vakantiegangers. Eind 40-er jaren ontmoette hij Sonja Risseeuw-van Uxem (Zwolle, 6.11.1907 – Eindhoven, 27 september 2011). Sonja was weduwe van Willem Risseeuw, die soldaat was in Indonesië en daar was gesneuveld.  Sonja was in 1945 teruggekomen naar haar geboortestad in Nederland, met haar 15-jarige dochter Rie. Simon en Sonja leefden ruim 35 jaren samen in de Van Ittersumstraat 72 in Zwolle, indertijd was het nog vrij ongebruikelijk dat men niet getrouwd was. Rie trouwde met Mattieu Damen en ze kregen drie zonen. Simon ontving altijd veel warmte en aandacht van hen, alhoewel niet biologisch was. Ze beschouwden Simon als hun (schoon)vader en opa.

Vooral na zijn vervroegde pensionering, kwam Simon D’Ancona vaak naar de Sjoel in Zwolle, hielp minjan te maken en deed mee aan de diensten. Hij kende de melodieën der oude Portugese liturgie en soms zong hij de haftara, het deel uit het Oude Testament dat na het lezen van de Tora en verbonden met het onderwerp van die dag gezegd wordt. Het waren bijzondere melodieën voor de joodse gemeente in Zwolle, waar de gangbare en bekendste manier Ashkenazisch was en is.

Simon D’Ancona in Sjoel tijdens de viering van de 75e verjaardag van Leo Marcus. Herkenbaar in de banken op de voorste rij: Eddy de Weerd,  ax Hony, Karel Denneboom, Simon Peeper, Berney Stibbe, Harry Kan en naast hem: Simon D’Ancona. Bron: Max van Praag

Toen Simon al oud was, kreeg hij steeds meer moeite met lopen. Hij werd nog steeds opgeroepen voor de Tora en voor en na het lezen van de haftara, duurde het lang voordat hij op de bima kwam en terug naar zijn plaats. In die tijd leerde Mirjam Kan hem kennen; als ze hem vroeg hoe het met hem ging, was het antwoord, altijd met een wat wrange glimlach: “Langzaam vooruit!”

Zijn ouderdomsproces ging ook gepaard met cognitieve achteruitgang. Hij stierf op 2 februari 1984 en Sonja, zelf niet-joods, heeft – samen met haar dochter en schoonzoon – alles in het werk gesteld om hem een laatste rustplaats te geven op Beth Haim (‘het Huis der Levenden’!), de Portugees-joodse begraafplaats te Ouderkerk.

Grafsteen van Simon D’Ancona : www.bethhaim.nl

Sonja is na het overlijden van Simon in de buurt van haar (klein)kinderen gaan wonen in Eindhoven.

Sonja op ruim 95-jarige leeftijd in haar flat in Eindhoven Bron: Mirjam Kan

Mirjam Kan is in 1975 naar Israël geëmigreerd. Alhoewel er een generatie qua leeftijd tussen hen zat, hebben ze een warme vriendschap ontwikkeld. Toen Sonja ruim 95 jaar was, vroeg ze Mirjam een keer laconisch: “Als ik de 100 mag halen, kom jij dan ook?!” Waarvan akte:

Sonja op 6 november 2007 op haar 100ste verjaardag, met Mirjam Kan

Sonja verloor ondanks wat ze allemaal had meegemaakt, haar gevoel voor humor niet. Zo had ze een erg jonge stem. Op een dag gaf ze een telefonische bestelling bij een supermarkt op. Toen ze vrolijk vroeg of ze de produkten aan huis wilden bestellen, reageerde de man aan de telefoon met  “Nou mevrouw, u kunt het toch zelf wel even komen halen?!” Waarop Sonja vroeg of hij wel wist hoe oud ze was. Nee dus. Haar stralende antwoord was: “Meneer, ik ben 101!” Vanzelfsprekend zijn de boodschappen aan huis besteld.

Sonja overleed aan een verwaarloosde longontsteking op 27 september 2011.