BLANES-POLAK, PHILIP EN HENRIETTE

Dit deel is ontstaan dankzij het initiatief van Aleid en Wil Cornelissen en vooral van mevrouw Tini van der Laan-Vogt. Het verhaal over het gezin Blanes is opgenomen in  ‘De geschiedenis van de Arbeiders Jeugd Centrale in oorlogstijd’ (Amsterdam 1989) geschreven door mevrouw Geertje Marianne Naarden onder de naam ‘Onze jeugd behoort de morgen ‘. We hebben toestemming van Tini van der Laan om onderstaande te publiceren. Van de Stichting Sem Presser Archief mogen we onderstaande foto op de website zetten. We slaagden er echter niet in contact te krijgen met mevrouw Naarden en nodigen haar uit om te reageren.

De Arbeiders Jeugd Centrale heeft bestaan tussen de jaren 1918 en 1959. Het doel was om de jongeren uit de arbeidersklasse op te voeden en voor te bereiden op de strijd voor het socialisme. De A.J.C. had een eigen stijl: geen alcohol en tabak, speciale kleding, feesten en vrijetijdsbesteding; wandelen en kamperen,zingen, volksdansen, muziek en een zgn.  lekenspel.

Na de Duitse inval in 1940 werd besloten om de A.J.C. op te heffen. Er werd toen een landelijk steunfonds opgericht om de bezoldigde bestuurders en andere medewerkers een voorlopige ondersteuning te geven. Later bood het fonds o.a. steun aan onderduikers en hun helpers. Tini van der aan-Vogt was in Zwolle een van de medewerkers. Zij haalde wekelijks bij een tiental oud-A.J.C.ers, die zich hiervoor hadden opgegeven, een bepaald bedrag op.

Philip Blanes (Flip) werd geboren in Amsterdam op 12 februari 1910. Hij trouwde met Henriette Polak (Jet); ook zij was daar geboren, op 28 december 1907.  Jet was ruim twee jaar ouder dan haar echtgenoot, hetgeen in die tijd vrij uitzonderlijk was.

Het gezin verhuisde rond 1939 naar Zwolle en woonde in de Van Lennepstraat 24.  Flip was handelsreiziger en kreeg een baan aangeboden in Zwolle.

Er werden 3 kinderen geboren, de eerste twee in Amsterdam, de jongste in Zwolle:
Herman Blanes, geboren op 12 december 1935
Jo Blanes (Jopie), geboren op 24 februari 1938
Benno Blanes, geboren op 3 augustus 1940

Jo, Flip, Herman, Jet en Benno Blanes, begin 1942 Gefotografeerd door Sem Presser.
Bron: Tini van der Laan-Vogt en de Stichting Sem Presser Archief

Jo, Flip, Herman, Jet en Benno Blanes, begin 1942 Gefotografeerd door Sem Presser. Bron: Tini van der Laan-Vogt en de Stichting Sem Presser Archief

Tini van der Laan-Vogt haalde wekelijks geld op in de wijk waar de van Lennepstraat in viel en bezocht dan ook het gezin Blanes. Er werd trouw een kwartje door hen betaald voor het goede doel.

Tini eindigde haar ronde altijd bij de familie Blanes en heeft menig gezellig uurtje bij hen doorgebracht. ‘s Winters rondom de tafel in de huiskamer, theedrinkend, het snoepschaaltje op tafel. ‘s Zomers, bij mooi weer, in de tuin.

In het begin van de oorlog kwamen vaak Amsterdamse vrienden of familieleden logeren bij familie Blanes. Dan werden soms buiten toneelstukken opgevoerd, bijvoorbeeld de Midzomernachtsdroom. Flip was namelijk lekenspelleider geweest en voerde dit stuk regelmatig op.

Op een mooie zomeravond kwam Tini weer eens op bezoek bij de familie Blanes. Er waren een paar zusters van Flip op bezoek. Zij zaten buiten te naaien; op de tafel lag een stapeltje ‘Jodensterren’, die ze op hun zomerjurken naaiden. Dit gebeurde onder het zingen van een aantal jeugdliederen. Tini herinnert zich een lied met de woorden ‘Kijk niet naar de schaduwkant, maar zoek het licht’ (meer bekend bij de Vrijzinnig Christelijke Jeugd Centrale dan bij de A.J.C.):

‘Verlaat je bed in de morgenstond
met een blij gezicht,
en kijk niet steeds naar de schaduwkant,
maar zoek het licht!

Want waarom zou je eigenlijk somber zijn.
Er is altijd wel ergens wat zonneschijn
en bij al het geluk, dat het leven je geeft,
zijn je zorgen maar klein.’

Ook nadat Flip werd opgepakt en naar een werkkamp in Friesland was gebracht, kwam Tini nog elke week bij de familie Blanes. Aangezien Jet bij afwezigheid van haar man onzeker was over de toekomst van het gezin, betaalde ze toen niet.

In die periode probeerde Jet om zichzelf samen met de drie kinderen van het leven te beroven door middel van het openen van de gaskraan. Deze poging mislukte omdat de toenmalige vijfjarige Jopie het huis uitrende naar de buren. De buurvrouw heeft de gaskraan dichtgedraaid en de deuren en ramen opengezet. Jopie heeft door de buren te waarschuwen het gezin gered.

Flip kwam weer vrij en het leven ging nog een poosje door. Toen Tini  daarna weer op bezoek kwam, pakte Jet uit een speciaal potje het opgespaarde bedrag van de voorgaande negen weken. Schuld hebben, nee, dat wilde ze niet.

Nadien is het gezin Blanes gedeporteerd naar Auschwitz. Jet en de drie kinderen kwamen om op 12 oktober 1942 en Flip op 31 januari 1943. Sem Presser, de bekende Joodse fotograaf, heeft een serie foto’s gemaakt van het gezin, waarvan Tini er destijds eentje gekregen heeft.