RÖTTGEN-ROSENMUND

Markus Röttgen was hoogstwaarschijnlijk een broer van David Röttgen (geboortedatum onbekend – Bochum-Wattenscheid, 9.4.1909). Op het internet wordt verteld dat Markus’ zoon Emil en Davids zoon Ernst neven waren en dat hun families niet alleen vlak bij elkaar woonden in Bochum, maar dat ze ook een wederzijds frequent en warm kontakt hadden.

David Röttgen was getrouwd met Sara Appel (Borken, 7.6.1860 – Theresienstadt, 31.8.1942), ze hadden zes kinderen (Siegfried, Hermann, Friedrich, Kurt, Elly en Ernst.

De volgende 8 foto’s staan op de website van My Heritage (genealogie).

David Röttgen

Sara Röttgen-Appel

Siegfried Röttgen (Bochum, 8.10.1883 – Auschwitz, 8.5.1945); koopman

Hermann Röttgen (Bochum, 2.12.1884 – 4.10.1958); advocaat

Friedrich Röttgen (1890 – 1973)

Kurt Röttgen (Bochum, 10.8.1893 – 1.9.1981), koopman

Elly Landau-Röttgen

Friedrich en Herman overleefden de oorlog en gingen terug naar Duitsland. Kurt overleefde de oorlog eveneens en hij ging naar Amerika. Elly emigreerde naar Israël.

Ernst Röttgen (Wattenscheid, 16.6.1886- Auschwitz, 18.10.1944)

Ernst Röttgen (16.6.1886 – Auschwitz, 18.10.1944), neef van Emil (zie: apart deel Röttgen-Vecht) was het derde kind van David en Sara. Hij trouwde met Rosa Rosenmund (Borken, 28.2.1888 – Hattem, 9.1.1970) en ze kregen twee zonen: Günther (Wattenscheid, 30.12.1920 – Auschwitz, 26.9.1942) en Werner (Wattenscheid, 12.7.1922 – Auschwitz, 1.10.1944). Het echtpaar was gevlucht uit het Nazi-Duitsland in januari 1939 (hun zonen waren op 28 december 1938 gevlucht). Ernst en Rosa woonden in de Azaleastraat 62 in Zwolle.

Rosa was ook opgepakt en via kamp Westerbork in 1943 naar Theresienstadt gestuurd, waar ze tot het einde van de oorlog verbleef.

Rosa Röttgen-Rosenmund Bron: Heemkunde, Hattem:’De Geschiedenis v/d joodse gemeenschap in Hattem, blz. 192

Rosa Röttgen-Rosenmund (Borken, 28.2.1888 – Hattem, 9.1.1970) Bron: My Heritage

Bron: Beeldbank Joods Historisch Museum, Amsterdam

Werner, die stoffeerder werd (Wattscheid, 19.7.1922 – Midden-Europa, 28.2.1945) woonde apart aan de Ossenmarkt 9 in Zwolle. Zijn broer Günther bleef in Rotterdam wonen.

Nog een foto met Günther en Werner Bron: www.communityjoodsmonument.nl

Werner was een van de genodigden voor het verlovings-feest van Jettie Sanders en Joseph Spiro op 28 februari 1942 in de Koestraat 42. Vlnr. Boven: Theo Vecht en Werner Röttgen; middelste rij: Els Denneboom, Karel Sanders, Menno Denneboom, Jannie Troostwijk-Danneboom en haar broer Jacques Danneboom. Onderste rij: Mart Spiro en Edith Grünberg? Bron: Beeldbank Historisch Centrum Overijssel

Stolpersteine in Bochum, waar Sara, Ernst, Günther en Werner Röttgen herinnerd worden
Bron: website Stolpersteine Bochum

Rosa was de enige van haar gezin die de oorlog overleefde, nadat ze lange tijd in ghetto Theresienstadt verbleef, is ze daar bevrijd in 1945.

Document uit het Terezin Museum, bevestigend dat Rosa Roettgen gevangen was in Theresienstadt ten minste tot 29 april 1945.

Nog een document uit het Terezin Museum gedateerd 14 mei 1949, waarin geschreven staat dat
Rosa Roettgen overleefde en dat zij bij Ernst Gerson in Hattem woonachtig was

De Röttgens waren bevriend met de ouders van Ernst Gerson uit Hattem. Ernst had beloofd dat hij –  indien iemand van het gezin Röttgen de oorlog overleefde –  voor ze zou zorgen en hij heeft zich aan zijn belofte gehouden. Na de oorlog nam hij Rosa (‘Tante Röttgen’) in huis en zij was als een moeder voor de Gersons.

Een foto van Ernst Gerson
Bron: Herman van Keulen

Rosa is de enige van haar gezin die een graf heeft. Ze ligt begraven op de joodse begraafplaats de Watersteeg aan de Kuyerhuislaan in Zwolle.

De graven van Ernst en dochter Henny Gerson en uiterst rechts ligt Rosa Röttgen-Rosenmund begraven
Bron: Mirjam Kan